FESTIVAL INFO |
SATURDAY JUNE 13 - CHARLEROI reporter: witteMVS comments: mail
|
FESTIVAL REVIEW |
|
ARTIST INFO |
![]() website CD review |
Als we aankomen is Elmore D net begonnen. Professor emeritus Elmore D is in het goede gezelschap van een keur van internationale, euh pardon… Europese begeleiders. Kloksgewijze ontwaren we, links van D, Elmore vergast ons op zijn aanstekelijke en warme mix van prewar blues, standards, maar ook eigen originals in het Waals en in eenzelfde sfeer badend. Hij verstaat ook nog steeds de kunst om vreemde eendjes in de bijt te halen. Zo meet hij “Come Together” van Beatlesfaam een blueskleedje aan op de tonen van “Rollin’ and Tumblin’”. Nog mooier wordt het als hij zijn “Ti t' fês dès-îdèyes” zingt, gevolgd door Jesse Fuller’s “San Francisco Bay Blues”, dat na twee strofes verder gaar in de Waalse bewerking die Elmore er aan gaf. Eén en ander maakt dat deze Elmore zeer ‘Louisiana Blues’ klinkt, door de taal, maar ook door de viool en de accordion als instrumenten aan bod te laten komen. Het geheel klinkt zeer warm, très gaulois. Tenslotte werdt de staat Louisiana in eerste instantie gekoloniseerd door ‘des gaulois émigrés’ nietwaar. Vandaar. Roots, thats where it is all about !
|
ARTIST INFO |
ROMAN (F) website my space video |
De Franse Roman, die nu al geruime tijd in België woonachtig is, speelt voornamelijk eigen nummers die in bluesbodem geworteld zijn. Daarbuiten weet hij ons twee covers te verkopen op aanvaardbare wijze. Want “The House of the Rising Sun” en “St-James Infirmary” zijn zo iconisch groots in het genre dat men er eigenlijk beter met zijn fikken afblijft, in plaats van dood te bloeden door toedoen van een bad mojo. Verder weet hij ons te overtuigen, hoewel matig, met zijn “What Have I Been Drinking”, “Rider”, “Gold Digger” en “Sex Shop Clerk”. Waar ik mij echter aan erger zijn zijn bindteksten en zijn geflirt met zichzelf. Alsof hij nog niet goed weet in welk muziekgenre hij wil oud worden. Maar toch niet onaardig. En voor het jonge vrouwvolk is hij vast net op tijd gekomen. |
ARTIST INFO |
CHRIS WATSON (B) website |
Ik denk dat Chris maar beter overstapt op een iets rustiger genre of tenminste zijn show aanpast met zachtere nummers, en vooral de ondertitel ‘a tribute to Jerry Lee Lewis’ achterwege laat. Het zou hem zeer zeker meer krediet en geloofwaardigheid verlenen. Men wordt nu eenmaal geen mythe door er één te imiteren, of een CD op te nemen in dezelfde studio als waar je idool zijn opnamen deed, in casu de Sun Studio te Memphis. Daarentegen heeft hij genoeg potentiëel om met iets van zijn eigen moestuintje op de markt te komen. Is’nt it my dear Watson ? |
ARTIST INFO |
![]() website my space music samples video CD review |
Aangezien hij zijn show moet inperken tot ongeveer anderhalf uur, waar hij gemakkelijk vier uur doordolt als je hem laat begaan, rijgt hij zijn nummers aan mekaar als een soort van reuzemedley. Hij start met “Hipshake”, onmiddellijk in overdrive, gevolgd door zijn psychedelische hyperwaltz
Met “Broken Toy” doet hij ook hier zijn outing, het funky “Holler for Craig Lawler” met Todd Edmunds uitfreakend op zijn bass. “As Long As I Hate You” krijgt een vip behandeling, “Done with the Devil” sluit af, en natuurlijk wordt het eclectische “Snowflakes and Horses” in heel zijn transcendente vervoering het ultieme bisnummer. “Jason is God” zou ik haast op de metromuren gaan spuiten. Dit is ongemeen straf spul.
Wordt vervolgd witteMVS |
ARTIST INFO |
WILKO JOHNSON BAND (UK) website my space video |
De albums die ze uitbrachten, deden het maar matig. Het was geen toeval dat hun sterkste LP een live-opname was. Eén en ander bracht wrijvingen met zich, en in ’77 wuifde Johnson Dr. Feelgood vaarwel. Hij zette zijn eigen band op, the Solid Senders, die voortborduurden op de early Feelgood. Maar als hij destijds opviel tussen al die Britse bands door zijn bizarre podium-act, viel hij nu tussen de mazen van het net. Gans de rock scene was immers een grote waanzinnige bende geworden, op het hoogtepunt van de Punkperiode. Door gebrek aan succes bij het grote publiek werd hij een zoveelste cultfiguur zonder portefeuille. Teleurgesteld door dit gebrek aan erkenning, ging hij Chaz Jankel vervangen bij Ian Dury and The Blockheads, maar bleef daarnaast ook nog verder doen met zijn Solid Senders. Tot na de flop van de LP die hij met ze maakte. Toen vond hij het welletjes en ging solo. En nu staat hij hier. In datzelfde zwarte pak en zwart hemd als hij dertig jaar geleden al droeg. En hij zingt ook nog dezelfde songs als toen, niet dat het stoort, ze klinken zelfs niet gedateerd. Doordenkers als “Can You Please Crawl Out Your Window”, “Ice On the Motorway”, “Keep It Out of Sight” en natuurlijk “Bottle Up and Go”. Hij struint het podium op en neer, daarbij het hoofd met schokkende bewegingen links en rechts draaiend, met doordringende zombieblik. Zijn huidige band zijn de Blockheads Norman Watt-Roy op bass en Dylan Howe op drums, beide fenomenale muzikanten. Norman plukt energiek aan zijn jazz bass, alsof het de allerlaatste gig is die hij speelt. Behalve zijn eigen nummers mag hij ook graag materiaal van Bob Dylan spelen, zoals “Highway 61” en “From a Buick Six” en van Van ‘The Man’ “Brown Eyed Girl”. En natuurlijk passen nummers als Johnny Otis’ “Casting My Spell” perfect in zijn staccato gitaarstijl. Gitaarspelen doet hij als de beste pubrocker, waar er moet bespaard worden op muzikanten. Hij speelt ritme en solo, en dikwijls tezelfdertijd, bij het strummen van een akkoord, slaat hij de melodienoten extra aan zodat het lijkt of er twee gitaristen aan het werk zijn. |
ARTIST INFO |
![]() my space music samples video CD review |
Rhodes is een ‘Disciple of the Blues’ in zijn eigen woorden. Hij gaat nog steeds onverminderd door met optreden, en doet dat bovendien met nog zeer veel animo. Begin dit jaar bracht hij een nieuwe CD uit, “I’m Back Again”, alsof hij dan al een tijdje zou weggeweest zijn. Hij speelt zowat alle nummers van dit album. De vrij jonge Texas Slim is gitarist van de band. Net als Sonny is hij afkomstig van de Lone Star State. Hij heeft ook een eigen leven als muzikant, en een paar maanden geleden besprak ik zijn tweede album “Driving Blues” dat toen verscheen op het Belgische label Blues Avenue. Hij is een gedreven gitarist, die als sideman echter geen enkel moment vergeet dat hij secondeert. Ook de drummer en de bassist zijn van hoogstaand niveau, en derhalve vergemakkelijkt dat het leven van Sonny Rhodes.
Die speelt de eerste nummers van de set op een stratachtige gitaar, om daarna over te schakelen op zijn lapsteel, zijn handelsmerk. Het repertorium bestaat bijna uitsluitend uit Texas spul. Van de instrumentale, “San–Ho-Zay” van Freddie King tot het daverende “Shaking Ground”, één van mijn favorieten. Rhodes is het nog niet verleerd, hij houdt nog steeds zijn publiek stevig in de ban. Bravo voor één van die onverwoestbare telgen van de Texas blues. Middernacht is ondertussen over Charleroi gegleden, en uiteindelijk is het festival gehuld in de sfeer van zijn affiche : Nuit du Blues. Er loopt nog steeds behoorlijk veel volk rond, in en om de grote tent en de pinten vloeien nog rijkelijk. Salut les copains, witteMVS
|